Door op 3 oktober 2010

Chapeau voor het CDA

Afgelopen zaterdag waren de volle zeven uren die de live-uitzending van het CDA-congres duurde de moeite waard. Als politiek over heldere keuzes gaat, iedereen betrokken is en ook emoties een rol mogen spelen dan is (zelfs) van politiek spannende televisie te maken. Ik ga het hier niet hebben over de uitkomst van het debat. De tepeltandolifanten Hannie van Leeuwen en Ernst Hirsch Ballin hebben overtuigend gewaarschuwd voor een discriminerende tweedeling in onze samenleving. Als dan toch nog twee van de drie christen-democraten de miljoen Nederlandse moslims tot op het bot willen grieven, dan is dat hun zaak.

Waar het me wel om gaat is dat debat niet alleen nodig is maar ook loont. De afgelopen weken merkte ik op het werk maar ook privé dat de stellingname van het CDA (voor of tegen gedoogsteun van Geert Wilders c.s.) voor levendige discussies zorgt. Waar eerst politici als zakkenvullers werden weggezet kon nu op hartstochtelijke wijze een standpunt worden ingenomen. Politiek ging weer ergens over, zoveel was wel duidelijk. Dat gemiddeld 750.000 mensen het CDA-congres volgden, er op enig moment 1,5 miljoen kijkers waren en zich daags na afloop 200 nieuwe leden aanmeldden (tegen 20 opzeggingen) is voor mij het bewijs dat politiek niet dood hoeft te zijn. Maar het vereist wel dat een partij durft te discussiëren. Zo’n live-registratie van een congres blijft immers het politieke equivalent van een vervelend inwendig medisch onderzoek met een chirurgische camera. Het CDA had desondanks de moed ons mee te laten kijken en verdient daarvoor bewondering en applaus want de politiek kreeg haar ziel terug en vele gezichten.

De PvdA wil nog wel eens moeite hebben met het debat. Afgelopen voorjaar werd me op een afdelingsvergadering gevraagd in te stemmen met een collegeprogramma voor de gemeente Goes (de PvdA bestuurt nu samen met CDA en VVD de stad) zonder dat de leden (waaronder ondergetekende) de stukken konden bestuderen. We moesten letterlijk afgaan op de blauwe ogen van de fractieleden. Na afloop van de vergadering thuisgekomen stuurde ik een mail aan een CDA-lid in Goes. Per ommegaande ontving ik de gevraagde stukken. Een curieuze omweg voor een sociaal-democraat om geïnformeerd te raken over de eigen partij maar ik wist zo gauw geen betere manier.

Momenteel buigt de gemeenteraad van Goes zich over de begroting voor 2011. Dankzij de kredietcrisis en de keuzes van het kabinet Wilders staan ons zware bezuinigingen te wachten. De Goese begroting 2011 en de manier van bezuinigen lijken me ideale punten voor een debat met de leden. Want het gaat ergens over, het raakt ons allen, de keuzes zijn duidelijk en er is alle aanleiding voor emoties. Toch zal zo’n ledenvergadering er niet komen. Omdat PvdA-leden, zo begrijp ik, nooit bij dit soort besluiten betrokken worden. Een gemiste kans. Want misschien is het wel waar wat mijn huisgenoot zegt: als de politieke partijen afgelopen jaren net zo hartstochtelijk hadden gedebatteerd als het CDA zaterdag, was de aanhang van Wilders een stuk kleiner geweest.

Wie ondanks het gebrek aan debat op de hoogte wil blijven kan naar een fractievergadering komen, een raadsvergadering bezoeken of zich abonneren op de nieuwsbrief die CDA-raadslid Ad de Wit maandelijks schrijft. Waarom hij dat doet? Nou gewoon, omdat het kan. En omdat hij zijn achterban wil betrekken bij het raadswerk.