Afgelopen voorjaar was Wolphaartsdijk in rep en roer. En eigenlijk niet alleen Wolphaartsdijk maar veel andere Goesenaren ook. En voorstanders van behoedzaam omgaan met het natuurgebied Het Veerse Meer. Het Goese gemeentebestuur kwam voor velen onverwacht met een plan voor de recreatiezone, daarmee worden de watersportactiviteiten en campings aan het Veerse Meer bedoeld. En voorzieningen als een manege en midgetgolfbaan. Het plan was gemaakt met drie ondernemers. Eentje wilde appartementencomplexen bouwen, een ander een camperparkeerterrein en de derde droomde van vakantiehuisjes buitendijks, dus aan de Veerse Meer kant van de waterkering.
Opnieuw toog Wolphaartsdijk massaal twee keer naar de sportzaal. Er was bijval voor de plannen maar vooral veel kritiek en veel, heel veel vragen. De meest pijnlijke vraag ging over de inbreng van de bevolking: waarom werd zij pas achteraf geraadpleegd? Het gemeentebestuur had daarop geen duidelijk antwoord. En dat was gek want burgerparticipatie is onderdeel van het gemeentelijke beleid. En die burgerparticipatie begint altijd om samen met alle betrokkenen te inventariseren welke problemen opgelost moeten worden en wat daartoe de mogelijkheden zijn. Maar niet in Wolphaartsdijk. Kreeg het gemeentebestuur eerder met eigenmachtig optreden de sporthal vol door het voornemen dorpshuis De Griffioen te sluiten, nu waren het de ondernemersplannen die de bevolking in de gordijnen kreeg.
Gelukkig was de gemeenteraad (ook collegepartijen) wijzer dan het college van B&W. Er waren heel veel twijfels en vragen. Vragen over de inbreng van burgers maar ook over de rol van de provincie. Want die is bezig met een visie op te stellen voor Het Veerse Meer. Waarom daar niet op wachten? Het ondernemersplan werd ingetrokken, er zou een nieuwe start worden gemaakt.
Inmiddels is Het Veerse Meer weer besproken in de raad. Er komen twee routes richting het toekomstige Veerse Meer. Een met de provincie, betrokken gemeenten en het waterschap. Die overheden gaan een visie opstellen. Dat doen ze na gesprekken met een lange lijst betrokkenen. Burgers stonden daar niet bij. Maar dat heeft de raad op initiatief van de PvdA rechtgetrokken. Een andere route is lokaal: gesprekken met allerlei betrokkenen. Hoe de twee routes zich tot elkaar verhouden en wie wat beslist, is onduidelijk. Een voorstel van de PvdA ook hier een burgerparticipatietraject aan te koppelen (we noemden de ontwikkeling van het Marconigebied als voorbeeld) kreeg geen steun van de meerderheid van de raad.
En zo wordt burgerparticipatie een beetje een snoepwinkel voor het gemeentebestuur. Geen consequent beleid maar afhankelijk van politieke voorkeuren. De ene burger mag wel participeren, de ander niet. Of ik veel vertrouwen heb ik al het overleg over de toekomst van Het Veerse Meer?Matig. Als mevrouw Omta naar de film wil en ik een voorkeur heb voor uit eten gaan, gaan we doorgaans eerst eten en daarna naar de film. Dat is met die gemeenten niet anders: ze zullen elkaar hun bouwprojecten gunnen. Collegepartij CDA was hierover duidelijk. Op een vraag van mij of het CDA er mee zou kunnen leven als de uitkomst van al het overleg is dat 0% van de kust bebouwd mag worden, luidde het antwoord: “Op dit moment zeggen wij daar nee tegen”. En de wethouder is ook redelijk zeker van de uitkomst. Ze liet de PZC optekenen dat buitendijkse vakantiehuisjes en appartementen niet van de baan zijn, “Ze lopen wellicht niet eens vertraging op”. De pap lijkt gestort.