De zomer is voorbij en we gaan ons opmaken voor de Tweede Kamerverkiezingen. Van verschillende partijen zijn de verkiezingsprogramma’s al verschenen. Meestal boekwerken die geen sterveling leest maar die de leidraad zijn voor de partij waarmee ze hun doelstellingen willen bereiken. Behalve de PVV, die komt met elf stellingen waarvan iedereen weet dat het niet realiseerbaar is.
Maar goed, die boekwerken moeten nu vertaald worden in pakkende oneliners om de kiezer te bereiken. Geen beloften van hoe we het gaan doen maar hoe we het zouden willen doen als we 76 zetels zouden halen. Dat haalt geen enkele partij dus moeten we samenwerken met andere partijen. Dat betekent onderhandelen. In Spanje zijn ze dat nog niet gewend en daar krijgen ze nu de derde verkiezingen binnen een jaar. In Nederland hebben we al wat langer een democratie en zijn we wel gewend om te onderhandelen. Dat is best lastig, want iedere partij wil toch laten zien wat hij in die onderhandelingen heeft binnen gehaald.
Het kabinet van VVD en PvdA was niet mijn droomkabinet. Maar ja, als twee partijen samen zo’n 80 zetels halen dan kun je kiezen om niet samen een regering te vormen of proberen er samen het beste van te maken. Om heel eerlijk te zijn: het kabinet had van mij eerder mogen vallen. De Kamerfracties hebben er voor gekozen om de rit uit te zitten en we gaan dus in maart 2017 naar de stembus. In de peilingen blijven we stabiel (nee, geen grapjes over het aantal zetels). We hebben nog een half jaar tot de verkiezingsdatum. En optimistisch houden we ons voor dat er nog van alles kan gebeuren. Lichtend voorbeeld is Pim Fortuyn die in 2002 in drie maanden van 0 naar 26 zetels ging. Bij verschillende partijen is al bekend wie de lijsttrekker wordt. Bij de PvdA houden we het nog even spannend. We hopen op een echte lijsttrekkersverkiezing. Dat past in een ledendemocratie.
Nu het zomerreces voorbij is maken de beoogde lijstrekkers zich al op voor de verkiezingen. Sommige doen dat door sorry te zeggen voor bepaalde besluiten die ze de afgelopen jaren genomen hebben. Dat vind ik zo vreemd. Zeg gewoon dat je die beloofde duizend euro (was het nu per persoon of gezin?) niet hebt kunnen waarmaken omdat je het niet hebt binnen gehaald bij de onderhandelingen. Zo had de PvdA graag een inkomensafhankelijke ziektekostenpremie gehad en geen eigen risico voor de gezondheidszorg. Ook zou ik liever echte vaste banen hebben en geen nep-vaste banen volgens het D66-plan. Niks sorry, de VVD wilde het niet, en om daar nu het kabinet op te laten vallen ging net ietsje te ver. Volgende keer hopen we het wel te realiseren, al zal dat ook weer afhangen van onderhandelingen (afhankelijk natuurlijk van de verkiezingsuitslag).
Maar laten we vooral geen sorry zeggen, want – sorry – daar word ik niet goed van.