Veranderen op kosten van de gemeente
Dinsdag 3 juni bezoeken 25 Goese burgers met een verstandelijke beperking het Stadskantoor om te prokkelen met raadsleden. Een prokkel is een prikkelende ontmoeting tussen iemand met een verstandelijke beperking én iemand zonder. De uitwisseling van ervaringen en inzichten was goed maar werd voor de aanwezige raadsleden enigszins gênant toen gevraagd werd hoeveel mensen met een verstandelijke beperking bij de gemeente Goes in dienst zijn. De schattingen liepen uiteen van 0 tot 2 procent. Ter informatie: zo’n 5% van de bevolking heeft een verstandelijke beperking.
De vraag over de arbeidsdeelname van Goesenaren met een verstandelijke beperking is erg actueel. De sociale werkvoorziening gaat overal op de schop, ook op de Bevelanden. Wie nu werkt bij de Betho kan daar blijven maar in de toekomst moet de instroom omlaag. De participatiewet voorziet in 125.000 ‘garantiebanen’ in het bedrijfsleven en bij overheden, voor wie niet meer terecht kan in een werkvoorziening. Op de Bevelanden hebben we het dan over 750 banen.
Het uitgangspunt van de Participatiewet is goed: mensen met een arbeidsbeperking horen ook in reguliere werkomgevingen te werken. Er wordt momenteel druk onderzocht hoe die 125.000 garantiebanen gerealiseerd kunnen worden. Een mogelijkheid is om eenvoudige werkzaamheden bij de huidige werknemers weg te halen en daar een garantiebaan van te maken. Denk dan aan kopiëren, koffie rondbrengen, planten water geven en opruimen.
Donderdag 5 juni behandelde de raad de meerjarenbegroting van de Betho. We hebben de wethouder gevraagd hoeveel werknemers met een verstandelijke beperking nu in dienst zijn bij de gemeente Goes en hoe hij verantwoordelijkheid denkt te nemen voor het Goese aandeel in de garantiebanen. De wethouder koos er voor niet te antwoorden. Daar komen we dus nog wel een keer op terug.
Wethouder Andre van der Reest (SGP/ChristenUnie, met o.a. sociale zaken en de Participatiewet in zijn portefeuille) bleek ook op andere punten niet zo van het beantwoorden van vragen te zijn. De Betho gaat er in haar meerjarenbegroting tot 2020 vanuit ”als het integratiebedrijf voor alle doelgroepen uit de participatiewet (te) gaan fungeren” en rekent daartoe op ”vaste inkomsten” van de gemeente Goes (183.000 euro per jaar). Wij vragen ons af of dit verstandig is. Misschien willen we over een paar jaar wel meer concurrentie op die markt of een ander aanbod. Of misschien verandert de participatiesamenleving wel de manier waarop arbeidsdeelname wordt gerealiseerd (bijvoorbeeld door dorps- en wijkbedrijven die zelf opdrachtgever willen worden). De wethouder koos er voor onze tweemaal gestelde vraag over ’hoe vast in deze vast is’ onbeantwoord te laten. Hetzelfde gebeurde met onze herhaalde vraag over de risico’s die Goes loopt waar de Betho aangeeft dat ”bij het niet halen van de omzettaakstelling de gemeentelijke bijdrage hoger wordt”. De wethouder kon niet aangeven welke risico’s Goes hier loopt. Jammer.
Niet alleen bij de Participatiewet loopt Goes gevaar. Onlangs besprak de raad de overgang van de Jeugdzorg naar de gemeente (per 1 januari 2015). Afgesproken is dat het zogenaamde PxQ-model wordt gevolgd. De P staat voor de prijs. Die is vastgezet, gebaseerd op wat de Jeugdzorg in het verleden kostte. De Q staat voor quantiteit en is variabel. De gemeente hoopt (onder andere door meer preventie en anders werken) die Q zo laag mogelijk te houden. Mocht dat mislukken en er meer (zware) zaken op het bordje van de gemeentelijke Jeugdzorg terecht komen dan verwacht/gehoopt dan is Goes de Sjaak en moet bijbetalen, vertelde wethouder De Bat (CDA) de raadscommissie.
De voortekenen zijn niet goed. Op een Jeugdzorgconferentie op 4 juni waren de betrokken instellingen meer bezig met hun eigen verdienmodel dan met kinderen en gezinnen. Gelukkig zag wethouder De Bat dit ook in en probeerde hij een andere draai aan de discussie te geven. Ondertussen dacht ik aan zijn Middelburgse collegawethouder Saskia Szarafinski (PvdA). Zij zei eerder dit jaar grote bezuinigingen op de Jeugdzorg te kunnen realiseren omdat de (nu nog Zeeuwse) instelling een overhead van 30-35% heeft. Maar vooralsnog liggen zowel bij de invoering van de Participatiewet als bij de overgang van de Jeugdzorg de risico’s dus niet bij de instellingen maar bij de gemeente. Het wordt nog een hele klus dit schip te keren. En dat is nodig want de financiële positie van Goes is al niet denderend.