Door op 1 december 2012

De tijd van minder is aangebroken

Pas na de val van Lehman Brothers in september 2008  realiseert de wereld de omvang van de financiële puinhoop die het casinokapitalisme heeft veroorzaakt. Van een schuld gelijk aan wat we met ons allen wereldwijd in een jaar produceren kennen we de echte waarde niet en de eigendom is ook vaak onduidelijk. Overheden geven duizenden miljarden uit om het financiële systeem overeind te houden. Nu, vier jaar later, begint de fall-out van deze financiële rampspoed in en rond onze woningen neer te dwarrelen: koophuizen dalen tientallen procenten in waarde, pensioenaanspraken zijn twijfelachtig, lasten stijgen en politici houden een wedstrijd wie in de stoerste taal kan vertellen dat we de broekriem moeten aanhalen.

Wouter Bos rekent (op 15 november in de Volkskrant) voor dat de ophef over aangekondigde bezuinigingen peanuts is met wat nog komen gaat: de bezuinigingen van Rutte I en Rutte II bedragen 46 miljard, we voelen nog maar de pijn van een klein deel (6 miljard). Bos: “Nederland leeft nog massaal in ontkenning”. Een andere partijgenoot is die ontkenningsfase dan al voorbij: Lodewijk Asscher. Als hij 3 november het PvdA-congres toespreekt is zijn boodschap hard maar helder: “Het wordt niet makkelijk. Het wordt zelfs heel moeilijk. We zijn in een nieuwe tijd aangekomen. De tijd van meer is voorbij. De tijd van minder is aangebroken”.

Over de schutting gooien

Wat betekent die ‘tijd van minder’ voor Goes? Net als de andere gemeenten krijgt Goes taken overgeheveld van het Rijk en provincie maar met minder financiering dan er eerder voor was: AWBZ, jeugdzorg, thuiszorg, WMO, verpleegzorg, werk & participatie, het gaat allemaal naar de lokale overheid. Maar met minder budget. Dat is lekker bezuinigen: de rijksoverheid gooit haar problemen  bij de  gemeenten  over  de schutting en daar mogen ze het uitzoeken. Met een nieuw soort flinkheid gaan lokale bestuurders er mee aan de slag: maatregelen waar nog maar enkele jaren geleden fel tegen werd gedemonstreerd, worden verwerkt in het lokale beleid.

Warme sanering van de verzorgingsstaat, graag

Gemeenten kunnen de hete aardappel maar op 1 manier kwijt: bij ons, inwoners. Dus ontdekt de lokale politiek de verantwoordelijke burger: die gaat zorgen voor zijn demente ouder, brengt eten naar een vereenzaamde straatgenoot, wordt vrijwillig buschauffeur op een onrendabele lijn en helpt dagelijks een ver familielid in de steunkousen. Dat is ongeveer zoals lokale politici het crisisvarkentje denken te wassen. Probleem opgelost.

Het zou kunnen. Maar de burger kan dit niet alleen. Die burger heeft voorbeelden nodig, moet wegwijs gemaakt worden, tegenzin en schroom overwinnen en wil ervaren er niet alleen voor te staan. Dus als er al een groter beroep op de burger gedaan gaat worden kan dat alleen als er middelen worden vrijgemaakt om deze daarin te ondersteunen. Er zijn allerlei beroeps-groepen die dat kunnen maar die kosten wel geld. Dat geeft niet. Zo koud als de rijksoverheid gaat saneren moeten gemeenten het niet willen. Omdat ze dichter bij de burger staan.

Elk huis heeft een vuile luier

Dat de burger de komende jaren weer de eigen sores op moet lossen gaat de verhouding tussen die burger en de politiek veranderen. Politici bleken niet in staat het debacle van 2008 te voorkomen en zijn er ook niet in geslaagd de verzorgingsstaat duurzaam te financieren. Sterker, ze hebben het casinokapitalisme mogelijk gemaakt en aangemoedigd, ook politici van PvdA-huize. De burgers die binnenkort zelf de luier van hun dementerende ouders moeten verschonen zullen ook op andere terreinen zeggenschap eisen. En terecht. Als je mondig genoeg geacht wordt je eigen zorgstructuur te regelen en in hoge mate verantwoordelijk wordt voor het sociale klimaat waarin je leeft, dan wil je ook serieus genomen worden als het gaat om de inrichting van de woonomgeving en eis je zeggenschap op je werk of opleiding. Geef Goese burgers daarom budget en reële bemoeienis met de inrichting en het onderhoud van hun wijken en dorpen. Definieer wat op de schaal van heel Goes geregeld blijft worden en hevel al het andere over naar de burger. Dan neem je die burger pas echt serieus en pareer je het verwijt dat het zelf organiseren van de eigen zorg slechts een lompe bezuinigings-maatregel is.

De smalle marges opzoeken

De komende bezuinigingen behelzen niet alleen het overhevelen van verantwoordelijkheid voor zorg en sociale samenhang. Over de hele linie van het gemeentelijk beleid gaan budgetten fors omlaag. We zullen dus scherpe keuzes moeten maken. Eén keus ligt voor de sociaal-democratie vast en dat is het opkomen voor de allerzwaksten. Daarbij zijn wel een paar problemen. Het beleid wordt in hoge mate door Haagse regels bepaald. Er is slechts een geringe marge om wat te doen. Maar laten we die maximaal blijven benutten.

Electoraal zijn we er met deze keus nog niet want als kiezer hebben de sociaal zwakkeren twee tekortkomingen: of ze stemmen niet op de PvdA of ze stemmen helemaal niet. De groep groeit gestaag maar is verhoudings-gewijs nog steeds klein.

Investeer in stad en dorp

Er is een veel grotere groep die traditioneel minder op onze aandacht kan rekenen maar die wel verdient: de middeninkomens. Dat is waar momenteel grote klappen vallen. Schitterende nieuwe woorden als onderwaterhypotheek leggen feilloos het probleem bloot. Het zijn niet langer alleen de burgers met een uitkering die het zwaar hebben maar ook tweeverdieners, jongeren die wel een opleiding volgden maar geen baan kunnen vinden en zzp-ers die de klappen van de crisis opvangen. Gemeenten kunnen rechtstreeks niet zo heel veel doen voor deze midden-groepen maar we kunnen hen wel een nog aantrekkelijker woonomgeving bieden door o.a. de investeringen in cultuur, amateursport en het stadscentrum op te voeren. Deze spelen een grote rol in de positieve beleving van inwoners en ondernemers en houden de sociale samenhang er in.

Tijd van meer is voorbij

De vraag waar dan wel op te bezuinigen is eenvoudig te beantwoorden. Door de financiële crisis, de bezuinigingen, de vergrijzing, de groeiende schaarste van hulpbronnen en de stagnatie in de groei van de arbeidsproductiviteit verwach-ten economen een periode van minstens 10-15 jaar met geen of weinig groei. In Zeeland wordt dit nog eens versterkt doordat we een krimpgebied zijn. Zonder groei kunnen alle op expansie gebaseerde plannen de vuilnisbak in. Dus geen kostbare tweede aansluiting op de A58, geen nieuwe bedrijfsterreinen als  De Poel V, geen geld meer steken in nieuwe bouwplannen, de Goese Schans afboeken, veel minder ambtenaren en geen aquaduct in de ringweg. Want de tijd van meer is voorbij.