Stel je voor: een grote autodealer verkoopt auto’s in zijn garage. Op zich niks raars totdat je weet dat de dealer handelt in gestolen auto’s en deze als nieuw verkoopt. De overheid weet alles van de praktijken maar doet niks en gedoogt. Een situatie die in Nederland ondenkbaar lijkt. Niks is minder waar. Alleen niet bij de autodealer maar bij de coffeeshops. Een simpele gedachte die laat zien dat ons huidige gedoogbeleid niet meer van deze tijd is.
Dat de vergelijking tussen een coffeeshop en een frauderende autodealer snel te maken is blijkt als er gekeken wordt naar het huidige inkoopbeleid van de coffeeshops. Overal in Nederland kunnen coffeeshops wiet en hasj verhandelen, zonder dat ze daarvoor gestraft worden. Echter, de inkoop van deze middelen is illegaal en komt het van de zwarte markt. De PvdA Goes vindt dit beleid daarom niet meer van deze tijd en streeft naar verbetering.
Verbetering is voor ons geen afschaffing van de softdrugs, maar juist een systeem waarbij de overheid controle kan uitoefenen op de nu zo zwarte illegale handel. Softdrugs zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving, sterker nog het bezit en gebruik van cannabis is pas vanaf 1953 in Nederland verboden. In Nederland hadden we een ruimdenkend beleid op dit gebied maar we zien dat we van alle kanten worden ingehaald. Bij de afgelopen Amerikaanse verkiezingen kozen staten als Californië, Nevada, Maine en Massachusetts voor legaal wietgebruik. Dat maakt het aantal staten in Amerika waar cannabis legaal is op 8. In Canada is cannabis vanaf 2017 legaal. Wij in Nederland blijven hangen in ons oude systeem waarbij de overheid wegkijkt, het zwarte circuit goud binnenhaalt en de rechten van de gebruikers worden genegeerd.
Cijfers van het CBS leren dat een kwart van de Nederlandse bevolking ooit een keer cannabis heeft gebruikt. Vijf procent van de Nederlanders gebruikt cannabis regelmatig. We praten dus over een groep van bijna 3 miljoen Nederlanders die ooit wel eens cannabis gebruikt heeft en een groep van een half miljoen Nederlanders die regelmatig cannabis gebruikt. In het huidige systeem worden hun rechten in de prullenbak gegooid: er is geen enkele controle op de kwaliteit van de cannabis. Telers kunnen allerlei illegale middelen toevoegen. Al deze middelen zijn zeer schadelijk voor de gebruikers. Telers vermengen regelmatig zand of suiker met de cannabis waardoor deze zwaarder wordt en uiteindelijk meer geld oplevert. Hoewel zand en suiker vrij onschuldig klinken kunnen deze stoffen leiden tot de longziektes pneumoconiose en kanker. Daarnaast gebruiken telers nog giftigere stoffen als Brix en haarspray om de toppen te verzwaren (een verzwaarde top levert meer op). Brix is een middel gemaakt van vloeibare suiker, synthetische materialen en hormonen. Het is zeer schadelijk voor de luchtwegen en bevat veel kankerverwekkende stoffen. Brix bevat namelijk plastic. Waar we in Nederland een Voedsel- en Warenautoriteit kennen die al ons eten controleert op schadelijke stoffen, is er geen controle systeem voor cannabis. Er wordt niet gecontroleerd en zo hebben telers alle kansen om de schadelijke stoffen toe te voegen. Dit betekent dat de gezondheid van miljoenen Nederlandse gebruikers schade oploopt door een verouderd beleid.
Naast de negatieve gevolgen voor de gezondheid van de gebruikers, is er in het huidige beleid ook geen aandacht voor de positieve gevolgen van cannabisgebruiken. Er zijn namelijk veel mensen die cannabis gebruiken voor medicinale doeleinden. Coffeeshop High Life vertelde ons dat 20 procent van de consumenten hun cannabis gebruikt voor medicinaal gebruik. Dit zijn mensen die bijvoorbeeld last hebben van chronische hoofdpijn of gewrichtspijn en die door cannabisgebruik met minder pijn kunnen functioneren. De laatste jaren wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar deze manier van cannabisgebruik. In het huidige systeem is de ruimte echter klein. High Life zou hierin graag meer willen betekenen voor hun consumenten. Zij horen namelijk wat er aanslaat en wat er eventueel nog verbeterd kan worden.
Het huidige beleid moet veranderd worden. Wat kan de gemeente Goes daar in betekenen? Op dit moment is er in Goes een zeer conservatief beleid wat betreft coffeeshops. Er zijn jaarlijkse controles en de coffeeshops liggen onder een vergrootglas bij de politie en de gemeente. Daarnaast kent Goes een uitsterfbeleid. Dat betekent dat wanneer een coffeeshop verdwijnt, er geen nieuwe voor in de plaats mag komen. Ondanks deze conservatieve houding heeft de gemeente Goes wel het standpunt van de Vereniging Nederlandse Gemeente (VNG) overgenomen. Hierin roept het VNG op om bij een volgend kabinet te pleiten voor meer ruimte om te experimenteren en de cannabisketen van productie tot verkoop te veranderen. Er liggen dus zeker kansen.
De PvdA Goes vraagt zich af of het huidige gedoogbeleid nog van deze tijd is. Of moet het gedoogbeleid veranderen in een beleid waarbij coffeeshops zelf hun eigen wietteelt kunnen regelen? De overheid krijgt dan grip op de situatie. De kwaliteit van de cannabis zal verbeteren en de negatieve gevolgen voor de gezondheid van de gebruiker nemen af. De kansen liggen klaar voor de gemeente Goes: de VNG roept op om met experimenten te komen. Hier moet Goes van profiteren, en, als volgend jaar het VNG-congres in Goes is, laten zien dat wij een gemeente zijn die vooruitloopt en durft te veranderen. En dat onze handtekening wat waard is.
Marco Eestermans en Wouter van der Pijl.