Zeventig

20 september 2016

Schermafbeelding 2016-09-20 om 22.33.45Binnenkort vier ik mijn zeventigste verjaardag, in het vliegtuig onderweg van Malta naar Nederland. Ja, ik heb het goed. Ik behoor tot de rijkste generatie van Nederland. De babyboomgeneratie die het meeste profijt heeft gehad van de wederopbouw en de groeiende welvaart. Een jaar na mijn geboorte werd de Noodwet Drees als voorloper van de AOW ingevoerd, een staatspensioen waar de werkenden moesten betalen voor de ouderen. Een begin van georganiseerde solidariteit. Een stelsel dat nog steeds bestaat.

In de jaren zestig ben ik op mijn veertiende jaar gaan werken, veertig uur per week voor zevenentwintig gulden. Actief in de vakbond geworden en veel actie gevoerd voor meer democratisering. Een prachtige tijd met veel optimisme over een maakbare samenleving. In de jaren zeventig met het kabinet Den Uyl zag ik mijn loon met sprongen omhoog gaan. De verkrotte buurten werden opgeknapt, stadsvernieuwing noemden we dat. Jan Schaeffer, een banketbakker uit Amsterdam werd Staatssecretaris en verkondigde dat je in gelul niet kunt wonen. Joop den Uyl zag ik op congressen zeggen dat we de onderkant hadden opgetild.

Het eenvoudige flatje verruilde ik voor een nieuwbouw rijtjeshuis in de Goese Polder. In de jaren tachtig kocht ik een rijtjeshuis in diezelfde wijk. Angstig vroeg ik mij of ik dat wel kon betalen. Maar we waagden de gok. Ik woon nog steeds in diezelfde woning. Nu is die woning viermaal zoveel waard. Ik heb een stukje vermogen. Niet door hard werken maar gewoon door geluk, op het juiste moment gekocht. Vijf jaar geleden ging ik met pensioen. Ik heb een AOW-uitkering waar jongeren nu voor mij betalen. Samen met een pensioen, waar ik zelf voor gespaard heb bij een pensioenfonds. Mijn inkomen is iets lager dan toen ik werkte maar we hebben niets te klagen. Het irriteert me als ik andere ouderen hoor klagen over een procent prijscompensatie die ze missen.

Natuurlijk zijn er ook ouderen die het minder hebben. Vroeger was ouderdom synoniem voor armoede. Vanuit die tijd stammen de seniorenvoordelen als goedkopere treinreizen en museumkaarten. De oudere van nu is niet meer automatisch arm. Een bijstandsmoeder met een paar schoolgaande kinderen heeft het financieel ook zwaar.

Ouderenpartijen stimuleren de segregatie in de samenleving. We zijn niet meer één geheel als bevolking maar opgesplitst in groepen. En de groep ouderen – die altijd meegegroeid is met de welvaart – wordt steeds groter. Een belangrijke doelgroep bij verkiezingen en die moeten we dus te vriend houden. Samen met andere ouderen hoor ik een collectief gemopper. Waar ik me echt zorgen over maak zijn de jongeren. Na een goede opleiding komt driekwart niet aan het werk. De verloren generatie worden ze genoemd. En als ze al werk vinden dan zijn het flexibele contracten voor een beperkt aantal uren.

We wonen in één van de rijkste landen van de wereld. We hebben een uitstekende gezondheidszorg, met nog steeds een goed systeem van zorgverzekeringen (al kan dat beter). We wonen in een land waar – met dank aan de stadsvernieuwing – geen krotwijken meer bestaan. We zijn een land met veel regeltjes maar ook met een goed onderwijs-, pensioen- en zorgstelsel. Een land waar veel mensen naar toe zouden willen komen. Dat kan niet omdat we dan te vol worden. Dat vind ik jammer want ik gun iedereen een goed leven. Laten we eens ophouden met klagen en blij zijn dat we in zo’n mooi land wonen.